Het online magazine van P+ presenteert actuele Best Practices op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.
De magazines worden uitgebracht in samenwerking met partners van P+.
Redactieadres
Rietsnijderslaan 3
1394 LC Nederhorst den Berg
06 27 15 30 00
Advertentie-exploitatie
Henk Krans / Atticus bv
M 06 51 385 270
Uitgeverij
Atticus bv
Postbus 308
2400 AH Alphen aan den Rijn
06 55 36 50 65
Hoofdredacteur
Jan Bom
Tekst
Jean-Paul Drabbe
Fotografie
P+ People Planet Profit
Webmovie
Ontwerp en technische uitvoering
Systeemontwikkeling
COLOFON
HVC THE BIGGER PICTURE
Businessplan voor verbrand afval
belooft winst
Het is een internationaal topvoorbeeld voor de circulaire economie. De zon scheen, toen op het terrein van HVC in Alkmaar een uniek straatje werd platgewalst, gemaakt uit het schoonste verbrandingsas ter wereld. Op dezelfde plek komt de nieuwe installatie te staan die de resten uit de verbrandingsovens gaat schoonspoelen.
Het is druk op het terrein van HVC. Een groep jongens stormt het herentoilet binnen. Joop, de gepensioneerde gids, wacht de storm rustig af. De vrijwilliger kent genoeg grapjes om de klas straks te vermaken. Hoogtepunt: de verbrandingsoven. Het zware kijkluik gaat omhoog. Iedereen mag even griezelend naar binnen gluren. Daar woedt een intense vuurmassa, een kolkende hel.
Na de spannende excursie duikt de groep de lift in. “Zo, we gaan weer terug naar boven”, zegt Joop. Een grapje uit zijn repertoire. Als zijn medepassagiers hem vragend aankijken, verbetert hij zichzelf: “Oh nee, we kwamen van beneden.”
“Daar woedt een intense vuurmassa, een kolkende hel”
De excursies voor de schoolklas laat niet zien waar de as van het afval na verbranding heen gaat. Of hoe het er dan uitziet. Het is een grijszwarte smurrie, waar nog forse stukken metaal uit steken. Een huissleutel soms. Een pan. Dit lijkt in de verste verten niet op de as uit de open haard, dat meestal mooi egaal is.
Een werknemer op een shovel verplaatst de nog steeds stinkende en dampende massa in een trechter, naar een transportband die de bestaande zeefinstallatie binnen gaat. Hier wordt het ijzer grotendeels uit de smurrie gehaald, want metaal heeft restwaarde. Een perfect proces is het niet. Als de gezeefde as op hoge zwarte bergen achter het terrein wordt uitgereden, komen aan de voet van de berg in de hellingen roestplekken tevoorschijn. Daar zijn dus nog ijzerresten achter gebleven, zichtbare stukjes blik, zelfs. De kop van een schroef. Niet te zien zijn chemische afvalresten. In bodemas zit vooral veel zout. Ook dat is een probleem voor bedrijven die de as willen hergebruiken, zoals wegenbouwers. De overheid is streng op materialen die kunnen wegspoelen in de bodem. Normen worden steeds hoger opgeschroefd.
“Je kunt er gerust je hoofd boven hangen, boven die schoorstenen”
D e lucht kleurt diepzwart. De lage winterzon levert als schijnwerper spectaculaire beelden op. De rook uit de hoge schoorstenen steekt spierwit af tegen dit achterdoek. Vies? Het zal wel smerige troep zijn, die uit die pijpen komt, denk je. De werkelijkheid is anders dan je verwacht. Directeur Dion van Steensel van HVC heeft dat al zo vaak gehoord, dat hij er een stevige grap over gereed heeft. Ook vandaag, voordat burgemeester Piet Bruinooge van Alkmaar in de wals stapt, om het startsein voor de bouw van de nieuwe installatie te geven. Van Steensel tegen zijn gehoor: “Je kunt er je hoofd boven hangen, boven die schoorstenen. Dan ga je wel dood, maar dat komt omdat er geen zuurstof in zit. Niet vanwege vervuiling in de rook. Die resten halen we er allemaal uit. Die rook is schoon.”
Nu komt Van Steensel bij zijn punt. Hij zou graag hetzelfde verhaal kunnen vertellen over de bodemassen, het restant van het verbrande afval. “Dat is nu nog een product met een smetje”, erkent hij. Niet dat je het ooit op je bord zou willen hebben, maar je zou het toch zonder gevaar moeten kunnen vastpakken, in de blote hand. Zonder zorgen voor de gezondheid. “Nu ga ik een grote broek aantrekken”, waarschuwt Van Steensel: “Wij zijn straks het eerste bedrijf ter wereld dat bodemassen kan leveren, die het milieu geen enkele schade toebrengen. Er wordt overal naar gezocht, door kenniscentra, door andere partijen, maar hier gaan we het werkelijk doen. Dat hebben we gedaan in samenwerking met Boskalis Environment. Daar zijn miljoenen in gestoken, nog voordat er contracten waren gesloten.”
Wat HVC hiermee straks op eigen terrein herbergt is niet mis. Alle hot topics op het gebied van duurzaam ondernemen komen in dit project samen. Met het hergebruiken van bodemas wordt een cirkel gesloten, symbool voor de circulaire economie. Grondstoffen die ooit uit de bodem werden gewonnen, worden nu weer aan de bodem toegevoegd.
Van Steensel legt uit: “De circulaire economie is een economisch systeem dat bedoeld is om herbruikbaarheid van producten en grondstoffen te maximaliseren en waardevernietiging te minimaliseren. Dat is een heel ander principe dan het huidige lineaire systeem, waarin grondstoffen worden omgezet in producten die aan het einde van hun levensduur worden vernietigd. Het circulaire systeem kent twee kringlopen van materialen. Een biologische kringloop, waarin reststoffen na gebruik veilig terugkeren in de natuur. Hiervan is ons schone bodemas een voorbeeld. Dan is er ook nog een technische kringloop, waarvoor producten of onderdelen daarvan zo zijn ontworpen en in de markt gezet dat ze op kwalitatief hoogwaardig niveau opnieuw gebruikt kunnen worden. HVC doet dat bijvoorbeeld door elektrische apparaten uit elkaar te halen, waardoor waardevolle grondstoffen behouden blijven.”
Om zo ver te komen smeedden de twee partijen een nieuw en innovatief businessmodel, dat snel winstgevend belooft te worden. En dan de echte topper van dit jaar, door insiders al afgekort tot XPS’s: cross sectorale samenwerkingsvormen. Op duurzaamheidsgebied is dit dè nieuwe kans om als partners stappen te zetten, die binnen het eigen bedrijf of binnen de eigen sector niet meer realiseren zijn. Twee totaal verschillende organisaties in dit geval een publiek en een privaat bedrijf - die zien dat samenwerking maatschappelijke winst oplevert. Het zijn fraaie trofeeën in de prijzenkast van HVC, die dit jaar in de top 3 van de meest duurzame energiebedrijven van Nederland steeg, uit een groep van 29 verschillende aanbieders.
“Je ziet nu al dat deze voorsprong een voordeel bij aanbestedingen door de overheid oplevert”
Het is nog steeds droog, als burgemeester Bruinooge op de wals stapt, de zware machine uit de wegenbouw in zijn vooruit zet en een eerste baan over het nieuwe materiaal aandrukt. Het eindresultaat is verbluffend strak, alsof het geen onderlaag is, maar het asfalt zelf. Dezelfde korrelige structuur, ook al glinsteren er groene stukjes glas en wit aardewerk in de oppervlakte. Wat een verschil met die bergen van zwarte drab even verderop, waar diepe sporen van zware terreinwagens de hellingen markeren.
De schoorsteenvertelling van directeur Van Steensel blijft niet zonder effect. Burgervader Bruinooge maakt een grove sneeuwbal van het materiaal. Hij grapt dat hij voor deze gelegenheid graag vuile handen maakt. Dat doet ook Haico Wevers, directeur van Boskalis Environment, die van iedereen nog wel de vrolijkste is. Net als partner Van Steensel graait hij zonder enige bedenkingen in de ruwe korrels.
Deze sprong voorwaarts past perfect in het beleid van zijn bedrijf, dat wereldwijd bezig is met grootschalige reiniging van grond- en baggerspecie, maar ook met complexe land- en waterbodemsaneringen. De dochter van Koninklijke Boskalis Westminster N.V. is niet bang om zelf uitvindingen te doen, als bestaande technieken te kort schieten. Zo ook met de verre van ideale as uit de afvalverbranding. Wevers zette een proeffabriek op naast het terrein van HVC en testte de eerste 100 duizend ton in praktijk uit.
Hij zag dat het goed was. “We hebben het toegepast bij de wegbouwwerkzaamheden bij Schiphol, bij de A9, knooppunt Badhoevedorp. Daar lagen op een gegeven moment drie verschillende lagen naast elkaar: zand, de oude ruw geschoond bodemas en het nieuwe uitgewassen bodemas. Kwam er toch een enorme hoosbui aan. Het nieuwe materiaal hield zich uitstekend. Het water liep beter weg, het lag nog net zo vlak als eerst. Bij de andere onderlagen moesten we weer aan de slag: in het zand kreeg je diepe spoorvorming, de oude bodemas was een blubberzooitje geworden”
“De afzetprijzen lossen het concurrentienadeel op”
Het zal nog wel even duren voordat zijn bedrijf de investeringskosten er volledig uit heeft. De troeven die hij in handen heeft: Boskalis bezit als eerste ter wereld de kennis van de ontwikkelde techniek, neemt als wegenbouwer zelf het eindproduct af en maakt geen extra kosten meer voor het beschermen van het milieu. Ook is er geen kans meer op schadeclaims achteraf, mocht een partij oude ingepakte bodemas gaan lekken en voor vervuiling zorgen. Wevers sluit niet dat het geschoonde as op termijn ook bruikbaar is voor andere doeleinden, zoals het maken van beton. “Dat moeten we wel goed uitzoeken, want er mogen in beton geen broze deeltjes zitten, zoals stukjes metselpuin.” Zeker is dat hij op duurzaamheidsgebied een aantoonbare voorsprong op andere wegenbouwers heeft.
Ook Van Steensel van HVC ziet deze stap als een investering voor de lange termijn. “Je moet niet in termen van terugverdienen in een jaar denken, maar aan vele, vele jaren. De opbrengst van het teruggewonnen ijzer en de non-ferro materialen zal ook erg afhangen van de grondstoffenprijzen op de wereldmarkt. De prijs voor ijzer is nu laag, maar over tien jaar kan dat weer heel anders zijn. En dan hopen we natuurlijk ook op de opbrengst van goud en andere edelmetalen.” Ook kunnen de partners nog wat verdienen door bodemassen van andere afvalverbranders te verwerken. De installatie krijgt een capaciteit van 300 duizend ton per jaar, terwijl de verbrandingsovens van HVC maar 240 duizend ton bodemassen achterlaten.”
Hoe dan ook: je mag verwachten dat deze voorsprong een voordeel oplevert bij aanbestedingen van de overheid en Rijkswaterstaat. Daarom koos Boskalis graag voor HVC, een bedrijf dat het eigendom is van meer dan 50 gemeenten en andere semioverheden. Hij gaat zelfs een stapje verder: “Het concurrentienadeel dat we nu nog even hebben, omdat andere partijen nog met oude bodemas werken, verdwijnt snel. Dat nadeel lost zichzelf op, want er komt regelgeving aan die de oude manier van verwerken gaat verbieden. Nu al zie je dat steden daar steeds moeilijker over gaan doen. De afzetprijzen lossen dit op. Het gaat financieel de goede kant op.”
Wevers doelt op de afspraken tussen de regering en exploitanten van afvalverbrandingsinstallaties die al uit 2012 stammen. In een Green Deal werd afgesproken dat in 2017 de helft van alle bodemas ‘vrij toepasbaar’ moet zijn, in 2020 zelfs alle bodemas. HVC en Boskalis lopen dus twee jaar op de afspraken vooruit. Ook zal de nieuwe installatie minder dan 15 procent onbruikbaar afval overhouden. Dat is heel netjes, vindt HVC, die daarmee eerder dan andere afvalverwerkers invulling geeft aan afspraken hierover met het ministerie van Infrastructuur en Milieu.
Het straatje van burgemeester Bruinooge geeft geen krimp
De openingsceremonie zit er op en nog steeds regent het niet. Zelfs de weergoden werken vandaag mee. Het gezelschap wandelt voor een feestelijk gebakje naar de ontvangstruimte. En dan pas geselen winterse hagelstenen het straatje van burgemeester Bruinooge, dat geen krimp geeft. Alsof de burgervader ook nog even eigenhandig riolering heeft aangelegd.
Dit online magazine van P+ wordt geschreven en gemaakt door een onafhankelijke redactie.
Colofon