Het online magazine van P+ presenteert actuele Best Practices op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen.
De magazines worden uitgebracht in samenwerking met partners van P+.
NWO EN HET GROENE BREIN
2000 vierkante meter zuivert de lucht van de stad. Uiteindelijk is zo’n 30 procent van al het gebruikte materiaal, aankleding en meubilair, Cradle to Cradle gecertificeerd.
Voor hoogleraar Bart Vos is Janssen daarom een voorbeeld van de ‘ondernemende inkoper’. “Een functionaris die in overleg met producenten tot duurzame vernieuwing komt en zijn inkoopfunctie daarbij gebruikt”, aldus Vos, van de Universiteit van Tilburg. Zijn project onderzoek in hoeverre ‘intrapreneurship’ voor inkopers vereist is om bij te dragen aan het toepassen van de circulaire economie. Janssen en collega-inkopers bieden Vos en zijn onderzoekers de kans om aan de nauwelijks beschikbare wetenschappelijke literatuur op dit gebied een fundamentele studie toe te voegen.
Senior inkoper Chris Janssen (1954) kreeg van de gemeente Venlo een duidelijke instructie mee. Volgens de Venlo Principles moest het nieuw te bouwen Stadskantoor Cradle to Cradle (C2C) zijn, dus bestaan uit niet-giftige, volledig te recyclen materialen. Op het moment dat hij zich voor deze lastige taak gesteld zag, waren er niet meer dan een stuk of tien gecertificeerde producten op de markt verkrijgbaar: wat bureaustoelen, bekleding en houten bouwelementen. Inkopen op de traditionele wijze zou weinig resultaat opleveren. Hij moest er op uit, samen met producenten op zoek. “En dan begin je met de plastic bekers van de koffieautomaat. Tijdens een werkbezoek aan een papierfabrikant Van Houtum gooi je de vraag op of papieren bekers te verwerken zouden zijn tot gerecycled toiletpapier. Het begint allemaal bij het stellen van de goede vraag.”
Dit jaar neemt Venlo het nieuwe gebouw in gebruik. Het gebouw heeft een kenmerkend uiterlijk gekregen. Een groenwand van
Venlo koopt C2C Stadskantoor
Modulo
Innoveert de milieustraat
Phusis
Helpt vergeten groep jongeren
Tendris
Bracht Nederland de ledlamp
Snappcar
Biedt de deelauto aan
NWO EN HET GROENE BREIN
Het Franse initiatief telt inmiddels 25 miljoen leden in 22 landen.
Hoogleraar Koen Frenken constateert dat het aantal mensen dat gebruik maakt van autodelen met 15.000 beschikbare deelauto’s in Nederland nog relatief klein is. Zijn onderzoeksvraag is dan ook: onder welke voorwaarden kan het autodelen opgeschaald worden? “Opschalen is organisatorisch lastig, er zijn heel veel partijen bij betrokken. Daarom is coalitievorming nodig”, stelt Frenken, projectleider van dit onderzoek naar opschaling.
Zullen er in 2018 in Nederland 100.000 deelauto’s zijn, wagens die de eigenaar tegen een kleine vergoeding ter beschikking stelt aan mensen die vervoer nodig hebben? Het is de uitkomst van de Green Deal Autodelen, gedragen door 30 partijen waaronder leasemaatschappijen, verzekeraars, gemeenten en milieuorganisaties. En stel dat dit streefgetal gehaald wordt, hoe vaak worden geregistreerde auto’s gebruikt? Dagelijks? Wekelijks? Een keer per jaar? Dat is de grote opgave voor aanbieders van deelauto’s zoals Snappcar, de onderneming van Victor van Tol en Pascal Ontijd. Vijf jaar geleden startte het duo hun bijzondere aanbod, toch weer heel anders dan Greenwheels of Uberpop. De auto’s van Greenwheels zijn het eigendom van een bedrijf, bij Uber veranderde de eigenaar van de wagen in een chauffeur, net als bij BlaBlaCar. Daarmee is het mogelijk voor een prijs van 44 euro van Rotterdam naar Berlijn te rijden, of voor 32 euro van Amsterdam naar Parijs.
Snappcar biedt de deelauto aan
Venlo
Koopt C2C Stadskantoor
Modulo
Innoveert de milieustraat
Phusis
Helpt vergeten groep jongeren
Tendris
Bracht Nederland de ledlamp
NWO EN HET GROENE BREIN
conclusies te komen waar andere start-ups profijt van kunnen hebben. “Welke patronen kun je herkennen? Op deze manier wordt wat Koornstra heeft gedaan generaliseerbaar en nuttig voor anderen. Hoe creëren duurzame ondernemers nieuwe markten voor hun innovaties? Ook vragen als: wat is er misgegaan? Wat was de invloed op wat consumenten nu vinden? Hoe stelde de ondernemer een team samen?” Sprong rapporteert zijn bevindingen aan de projectleider, associate hoogleraar Marketing Bas Hillebrand, eveneens van de Radboud Universiteit en zijn promotor. De impactstudie onderzoekt hoe houding en gedrag veranderen door duurzame innovaties. Wat verandert er bij klanten, andere bedrijven, ngo’s en de manier waarop media over duurzame innovaties rapporteren?
Geen gelegenheid liet Ruud Koornstra (1964) onbenut om zijn ledlamp tevoorschijn te halen: op elk podium, bij elke lezing, zelfs bij een bezoek van oud-president Bill Clinton aan Nederland liet hij de lamp branden. Wist hij hiermee de komst van de energiezuinige ledlamp in Nederland te bespoedigen? Zoals hij een aantal jaren eerder mogelijk de markt voor groene stroom met Oxxio openbrak, door de energie goedkoper aan te bieden dan de grijze stroom van de grote Nederlandse energieleveranciers? Koornstra zelf denkt dat zijn ondernemingslust een flinke impact heeft gehad. Over zijn eigen claims: “Het is goed dat er iemand kijkt of wat ik allemaal beweer aantoonbaar is. Ik stel mij graag al levend ter beschikking van de wetenschap.”
Het is aan wetenschappelijk onderzoeker Niels Sprong van de Radboud Universiteit om de werkelijke impact van de bedrijven van Koornstra te meten. Sprong zal afstand nemen van het persoonlijke, het anekdotische om tot meer algemene
Tendris introduceerde de ledlamp
Venlo
Koopt C2C Stadskantoor
Modulo
Innoveert de milieustraat
Phusis
Helpt vergeten groep jongeren
Snappcar
Biedt de deelauto aan
NWO EN HET GROENE BREIN
polen in Nederland.”
Lector Margreet Boersma van de Hanzehogeschool constateert dat in deze praktijk ‘het systeemdenken de echte wereld uitsluit’. De opgave van haar deel van het onderzoek naar duurzame businessmodellen: hoe breng je deze twee werelden samen? Welk soort leiderschap is hiervoor vereist? Het onderzoek van Boersma valt onder het project van hoogleraar Rob van Tulder van de Erasmus Universiteit van Rotterdam. Dit deel van het onderzoek brengt ‘gedeelde waardecreatie’in kaart. Naast de zorg wordt ook voedselzekerheid bestudeerd en het raakvlak van energie en biodiversiteit.
Directeur Bart de Bruin (1965) van de stichting Phusis in Assen helpt een groep jongeren met stevige gedragsproblemen. Ze hebben een lichte verstandelijke beperking. In combinatie met drugs en drank ontstaat een cocktail die uitmondt in agressief gedrag. Op reguliere werkplekken zijn ze lastig te handhaven. Erkenning krijgen voor deze groep is al een kunst, om ze weer op de rails te krijgen ook, maar om vervolgens financiering van instituties veilig te stellen, vergt een vorm van leiderschap die bijzonder mag heten. De analyse van Bruin zelf: “We financieren de zorg in Nederland op basis van problemen. Wie deze niet oplost, weet zich gegarandeerd van budget. Zo is ons systeem ingericht. Als wij onze jongens en meiden beter krijgen, dan vervalt de financiële ondersteuning. Terwijl begeleiding wel nodig blijft. Je zou dus kunnen nalaten om te melden dat het goed gaat, om je eigen organisatie in stand te houden. Maar dan dien je niet primair het welzijn van de doelgroep. Dat zijn de twee
Phusis helpt vergeten groep jongeren
Venlo
Koopt C2C Stadskantoor
Modulo
Innoveert de milieustraat
Tendris
Bracht Nederland de ledlamp
Snappcar
Biedt de deelauto aan
NWO EN HET GROENE BREIN
verschillende containers kunnen storten. Van Ommeren werkt samen met gemeenten, maar ook met afvalverwerkers, recyclingbedrijven en Kringloopwinkels.
Het onderzoek naar innovatiesystemen en organisatie onderzoekt ook praktijken waar het behoud van biodiversiteit en ecosystemen belangrijk zijn, vooral in de provincie Zeeland. Vlakbij Breskens wordt daar natuur hersteld en tegelijkertijd een recreatiepark gerealiseerd in het park Waterdunen.
Wat dreef Ron van Ommeren (1957), directeur van Modulo Milieustraten? Begon hij zijn innovatieve bedrijf om economische redenen, of was het uit idealisme? Wil hij een blijvende bijdrage aan de circulaire economie leveren? Of is het om zijn lange staat van dienst als veranderingsmanager in een praktisch bedrijf vorm te geven? Dat zijn enkele van de vragen die het wetenschapsteam van projectleider Marko Hekkert, hoogleraar aan de Universiteit Utrecht willen beantwoorden. Uitgangspunt voor dit project is dat bedrijven met duurzame verdienmodellen sterk worden beïnvloed door niet-commerciële organisaties en intensiever samenwerken met verschillende partijen, ook uit andere bedrijfstakken.
Dat geldt zeker voor Van Ommeren, waarmee de onderzoeksgroep een gedreven entrepreneur te pakken heeft. Modulo lanceerde in Nederland een uit Frankrijk afkomstig type milieustraat, waar burgers alle soorten afval in een groot aantal
Modulo innoveert de milieustraat
Venlo
Koopt C2C Stadskantoor
Phusis
Helpt vergeten groep jongeren
Tendris
Bracht Nederland de ledlamp
Snappcar
Biedt de deelauto aan
Wat betekent het om een bedrijf ten dienste van de wetenschap te stellen? Schieten alleen de onderzochte ondernemers daar iets mee op? Vijf voorbeelden die in de vijf onderzoeksprojecten ten dienste van de wetenschap staan.
“Opgebouwd als legoblokken van 8000 kilo per stuk”
NWO EN HET GROENE BREIN
Ten dienste van
de wetenschap
Modulo
Innoveert de milieustraat
Phusis
Helpt vergeten groep jongeren
Tendris
Bracht Nederland de ledlamp
Snappcar
Biedt de deelauto aan
Venlo
Koopt C2C Stadskantoor